Geplaatst in Dat viel mij op, Muziek

Silencio

Enkele weken geleden werd in onze Zeeuwse hoofdstad een heus zangfietspad geopend.

“Zingen zonder schaamte. Dat kan nu op het eerste zangfietspad in Zeeland. De borden aan het begin en het einde van het fietspad door het Middelburgse Molenwaterpark nodigen ertoe uit.” schrijft de Provinciale Zeeuwse Courant.

Is er vraag naar? Staan de zingende fietsers al opgesteld voor een zangrondje?

Blijkbaar wordt er weinig (in het openbaar ) gezongen.

In de auto zong (toen ik nog lange afstanden moest afleggen voor mijn werk) en zing ik altijd mee met songs van mijn lievelingsplaylist. Doen meer mensen dit nog of is iedereen druk aan het bellen? Wie zingt nog onder de douche? Of tijdens het koken?

En hoor je nog bouwvakkers zingen of fluiten zoals Herman van Veen in Hilversum 3 zingt?

“Vroeger werd gezongen en gefloten in de straat
had de slagersjongen nog een opera paraat
de metselaar kon zingend op de steiger staan

de melkboer lengde fluitend zijn melk een beetje aan

Hilversum 3 bestond nog niet
maar ieder had zijn eigen stem
Op elke steiger klonk een lied
van Paljas of Jeruzalem

Alle venters hadden eigen aria’s
voor sprot en haring, voor begonia’s
Zelfs in fabrieken kwam van overal 
toch weer een liedje door de grote hal

Tussen het geratel van machines door 
klonk in de confectie een mooi meisjeskoor
dromend van de prins van.. weet ik veel
die ze zou ontvoeren naar zijn luchtkasteel”

Foto door Nothing Ahead op Pexels.com

Eigenlijk vreemd dat zingen in het openbaar alleen nog georganiseerd plaatsvindt en dan natuurlijk met een grote groep mensen zoals in televisieprogramma … zingt’. Ergens snap ik dat wel, want als je zingt ben je kwetsbaar en in een groep voel je je veilig. Tegenwoordig mag je blijkbaar ook alleen maar zingen als je het echt goed kan. Het spontane is eraf en dat is zonde, want zingen is echt gezond. Voor kinderen draagt het ook nog eens bij aan het leervermogen en de taalontwikkeling.

Goed voor je lijf en geest en het werkt geruststellend: Ik herinner me nog dat ik tijdens spannende momenten bij paardrijd ritten buiten altijd hardop zong zogenaamd om mijn paard gerust te stellen maar eigenlijk was het natuurlijk meer voor mijn eigen gemoedsrust. En Mona Lisa (mijn paard) voelde dat weer feilloos aan en was minder schrikachtig.

Ik ben benieuwd hoeveel zangfietspaden nog geopend worden of dat er spontaan gezongen wordt ook op plekken die niet zijn aangewezen als zodanig.

Als je vanuit je hart zingt maakt het niet uit waar en hoe, toch?

Geplaatst in Bijzondere momenten, Dat viel mij op, Leuk om te doen, seizoenen

Novembertochten

Het was een ‘geweldige’ ontvangst vandaag bij de voordeur van de kleinkinderen. Je drukt op het rode knopje en waant je in het spookhuis op de kermis. Ja oma Happy Halloween.

Wat een plezier hebben ze als je dan ook nog terugdeinst van de heks bij de snoepschaal. Ook daar namelijk enge geluiden en flitsende lichten.

Ja een griezelige tekening maken en wat knutselen vonden ze wel leuk. Ze vertelden enthousiast over hun tocht langs de deuren de avond ervoor, natuurlijk ook over de mensen die niet open deden of niks uitdeelden.

Ik moest aan vroeger denken. Halloween kenden wij niet wel Sint Maarten. We liepen met Sint Maarten (11 november) met zelfgeknutselde lampionnen langs de deuren om snoep, koekjes of een mandarijn (dat was toen het enige oranje element in het gebeuren) te ‘bedelen’. Gebaseerd op het verhaal van de heilige die als soldaat z’n cape deelde met de arme bedelaar. Ik weet nog dat we altijd eerst een lied zongen voordat er iets in onze zak gedaan werd. Met hevige wind gingen de (echte!) kaarsjes in onze lampionnetjes vaak uit en bij sommigen in de straat werd de deur gewoon niet open gedaan. Daar stond je dan in de kou met je donkere lampion te zingen voor niks. Dat waren zeker frustrerende momenten voor ons.

Nu zijn het schmink, heksenkostuums, spinnen, vleermuizen en andere oranje griezelelementen voor het schrikeffect maar de spanning is even groot bij de kleintjes om aan te bellen bij vreemden. En ook de teleurstelling als je niks krijgt.

Geplaatst in Boeken, seizoenen

Zomerlezen #1

Heerlijk in de schaduw met een verkoelend zeebriesje zit ik in de tuin onder de hazelaarboom te lezen. Lachen met een grappige roman, wegduiken in mooie verhalen, lezend over het leven op het platteland of bladerend in de boeken over eten of tuinieren allemaal onder het motto If you have a garden and a library you have everything you need

En hier zijn ze dan mijn nieuwe boekentips voor meer groen geluk.

Pluk&proef

Anna Koster laat in Elke week bloemen op je bord, Fleur je eten op, op 52 beeldcolumns zien dat het kan, elke week biologische bloemen op het menu, in een salade, soep, taart of drankje. ‘Elke week bloemen op je bord’ nodigt je uit om in je tuin, op je balkon en zelfs in je vensterbank met eetbare natuur aan de slag te gaan.

Een kleine groentetuin in potten &bakken van Nellie en Pierre Tourmente over groenten, kruiden en klein fruit kweken op je terras of balkon. Om groenten te kweken is er niet altijd een grote tuin nodig.  Met praktische tips voor de aanschaf van potten, plantenbakken en potgrond, voor het onderhoud van de zelfgekweekte groenten en voor het decoratieve aspect van de groentetui

In het Het Paradijs van Nicolien Mizee vind je zeven verhalen met de tuin in de hoofdrol. Het zijn geestige en fijnzinnige verhalen, over twee blauwebessenstruiken, een tuinfeest, over het identiteitsloze van tuinierkleding en de hagenpreek van een alternatief genezeres.

En dan nog Het Groene geluk van Eline van Lancker. Van wildplukken tot vogelspotten, van tuinieren tot bosbaden: in dit boek ontrafelt ‘urban treehugger’ de mentale gezondheids-voordelen van de laatste outdoorhypes. Niet als de zoveelste zweverige pseudotherapie, maar gestoeld op wetenschappelijke feiten en met een stevige dosis humor en (zelf-)relativering.
Vol prachtige illustraties, grappige weetjes en praktische tip

Plattelandsavonturen in Frankrijk en Friesland

Nog meer boeken om in weg te duiken deze zomer:

De Hemel van Ilja Gort over de Nederlandse ras-optimist Abel en zijn nuchtere vrouw Angela die in een Zuid-Frans kasteel een esoterisch centrum beginnen dat ze ‘Hemel op Aarde’ noemen. Ze worden bijgestaan door motorbendeleider Sjeng, zijn vrouw Kimberley (begiftigd met paranormale gaven) en Plato, een wijsgerige ezel die kan spreken. Helaas wordt hun perfecte wereld ruw verstoord door de komst van een bende zware criminelen.

Na het overlijden van haar man besluit Petra Possel het roer drastisch om te gooien: ze verhuist naar een voormalig walvisvaardersdorp aan het Friese IJsselmeer. Met veel zelfspot beschrijft ze in De stad uit haar eerste schreden op het platteland. 
Een stadse dame van middelbare leeftijd, een ‘weduwvrouw’, die in haar eentje naar een dorp met tweehonderd inwoners trekt is niet alledaags, maar als er ook nog een nieuwe man over de vloer komt, houden zelfs de kleine dorpsjongetjes het niet stil. Openheid is de beste verdediging, ontdekt Possel al snel en zo ontwapent ze de Zwaluwman, de Sokkenvrouw en de rest van de ‘mienskip’.